RUIM Den Bosch
RUIM Den Bosch
  • Thuishonk
  • Over Ruim
  • RUIM netwerk
  • Projecten
  • Blog
  • Doe Mee!
  • Contact

Posts Tagged: zichtbaarmaken

RUIMdenkers & doeners is een mini-magazine dat jonge Bossche ondernemers, die op een vernieuwende, initiatiefrijke en creërende manier bijdragen aan onze stad, in de spotlight zet. Lees hier meer over dit project. #ruimdenkers

HKNO_20161018_9193-3

RUIMdenkers & doeners #24: Janneke Pieters

november 11 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Janneke Pieters, 25 jaar, Helvoirt
Bedenker en mede-eigenaar Brouwerij Boegbeeld

“Ik hoop dat we een stukje cultuur van Den Bosch worden.”

Janneke maakte kennis met speciaalbier toen zij met haar huidige vriend naar zijn woonplaats Maastricht ging. Ze dronk daar haar eerste speciaalbiertje: een Kwak. “Dat glas van Kwak was al een hele belevenis voor mij. Hoe moest ik daar nou bier uit drinken?”, vroeg zij zich hardop af. “Maar dankzij Martijn heb ik speciaalbier heel erg leren waarderen. Dat heb ik bijvoorbeeld niet van mijn moeder geleerd, van haar kreeg ik een gewoon pilsje: Amstel of Bavaria.” Nu is ze bedenker en mede-eigenaar van Brouwerij Boegbeeld en heeft ze al verschillende speciaalbiertjes op haar naam staan. De bekendste is het Kutbier. “Dat is een ode aan de Bossche kut: de Bossche vrouw met geverfd haar, ze rijdt op een Tomos en heeft grote boodschappentassen aan het stuur”, vertelt ze.

“Ik was eigenlijk een student die precies genoeg werk verrichtte voor een net voldoende cijfer.” Haar studie Fooddesign and Innovation aan de HAS had een moeizame start. Janneke voelde zich niet gemotiveerd en vond een 5,5 prima. “Totdat ik ging brouwen. Toen had ik opeens het gevoel dat ik overal goed in was. Dus dat bierbrouwen lag me wel. Ik ontwikkelde drie ‘mannen’-bieren. Geïnspireerd door mijn vader (sorry pap), want niet alle mannen zijn goed in het kruiden van het eten. Als zij gaan koken wordt het macaroni of iets uit een pakje waarvan ze denken: ‘Dit moet me wel lukken’. Ik heb het bier gebrouwen met de kruiden die horen bij de gerechten.” Dat lukte beter dan Janneke durfde hopen, want daarmee won zij de tijdens de Food Experience de publieksprijs en was ze genomineerd voor de FoodManShip Award. Het is wel duidelijk dat Janneke gemaakt is voor het brouwen van bier. “Van brouwen word ik gelukkig, waarom zou ik iets anders doen?”

Schuurtje aan het water
“Op de Tramkade waren ze aan het bouwen en daar kwam toen een plekje vrij. Aan het water staat een heel klein huisje, een soort schuurtje; dat leek ons een mooie plek voor een brouwerijtje.” Het schuurtje bleek helaas te klein voor een brouwerij, maar het concept leefde voort. Janneke zorgde ervoor dat haar bieren bij ‘grote-kleine’ brouwers in de omgeving werden geproduceerd, zodat zij die vervolgens zelf konden verkopen. Al is dat proces erg tijdrovend en onpraktisch. “Brouwen kan je doen met twee, honderd, duizend liter of hoeveel je wil. Het proces blijft gelijk en duurt altijd even lang, dat hangt niet af van de hoeveelheid. Maar je moet dus wel een ruimte hebben om het aantal liter te produceren. In principe ben je 8 uur aan het brouwen. Je kan zelfs thuis in je eigen pannetje iets maken. Zo zijn wij ook begonnen.”

Boegbeeld
Het enthousiasme spat eraf als Janneke vertelt over Brouwerij Boegbeeld: “Zal ik eerst uitleggen waar de naam vandaan komt?”, vraagt ze zich hardop af. “Brouwerij Boegbeeld staat voor twee vrouwen die bier brouwen. Het huisje op de Tramkade was de basis van onze brainstorm en staat aan het water – wij vinden dat de voorkant van de Tramkade, maar veel mensen zien dit als de achterkant. De brouwerij moest ook gekoppeld zijn aan Den Bosch. De Bosschenaar heeft met een grote bek en een klein hartje, dus in de naam moest ook iets stoers zitten. Brouwerij Boegbeeld sloot dus helemaal aan bij ons, maar ook bij dat huisje op de Tramkade.” Janneke startte Brouwerij Boegbeeld met haar compagnon Mary-Jane Snelders en bundelde hun krachten. “Want ik weet veel over het product en proces, maar zij kon juist de marketing ervoor doen en bijvoorbeeld teksten schrijven. Daar is zij veel handiger in.”

Dromer uit Amsterdam
“Ik ben geboren in Amsterdam, maar ik voel me wel echt Bosschenaar.“ Toen Janneke 12 jaar was verhuisde ze van Amsterdam naar Helvoirt. Daar beleefde ze haar puberteit en ging ze naar school. “Als kind was ik heel dromerig. Ik dacht veel na over de toekomst en durfde erover te dromen. Door mijn dromerigheid ben ik wel heel creatief en leg ik soms linkjes die anderen niet leggen. Dan spring ik soms van de hak op de tak, wat ik af en toe heel irritant vind aan mezelf, maar ook heel fijn. Anders was ik nooit op het Kutbier gekomen.”

Kanshebber
“Ik ben wel een beetje een chaoot, maar ook een aanpakker. En ik zie in alles kansen. Als het lijkt alsof iets niet gaat lukken, zie ik daar juist een oplossing voor.” Als ondernemer heeft Janneke verschillende kanten. “Ik vind mezelf een goede ondernemer, maar ik kan wel eens stuurloos raken. Daarom is de samenwerking met Mary-Jane heel fijn, samen kunnen we onze richting bepalen.”

Het ondernemen
Dat ondernemen niet bepaald saai is, weet Janneke inmiddels ook. In het begin kwam ze wel eens voor verrassingen te staan. “We dachten dat we alles zelf konden. Vooral toen we ons net hadden ingeschreven bij Kamer van Koophandel. Dan wordt het toch af en toe teveel, verstop je jezelf in bed onder de deken en vraag je jezelf af: ‘Waar ben ik aan begonnen?!’” Financieel gezien was het ook even wennen voor de dames. “Nu kunnen we de producten voor het bier gewoon betalen, maar helemaal in het begin vroegen we elkaar of vrienden: ‘Goh heb jij nog een tientje voor een zak mout, want we moeten brouwen’.”

Icoon
“Het moet een Bosch icoon worden.” Janneke heeft grootste plannen voor haar bier. Maar daarvoor is wel een eigen plek nodig om te brouwen. “Ik zie het zo voor me dat we uiteindelijk een eigen brouwerij hebben en dat mensen dan naar Den Bosch komen voor een Bossche Bol én het Kutbier.”

 
> www.brouwerijboegbeeld.nl

Tekst: Nina Hawinkels
Fotografie: Heske Knoppers
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

HKNO_20160527_5490

RUIMdenkers & doeners #23: Maya van As

oktober 10 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Maya van As, 25 jaar, ‘s-Hertogenbosch
cabaretier, theatermaker en bedenker van Poezewoepers

“Ik lul mezelf naar binnen, vervolgens werk ik er hard voor en bereid me super goed voor.”

Voor de oorspronkelijk Rotterdamse, maar inmiddels trotse Bosschenaar, Maya begon het ondernemen met haar ansichtkaarten ‘Poezewoepers’. Dit is een kaartenreeks waarmee ze de echtheid van mensen naar voren brengt. “Het gaat daarbij om de eerlijkheid. Ik heb soms het idee dat we ons beter of succesvoller voordoen dan we eigenlijk zijn”, vertelt ze over de reeks. Daarnaast is ze als vers-afgestudeerde cabaretier bezig met zichzelf te profileren als theatermaker.

Theater en cabaret
Maya heeft afgelopen zomer haar studie aan de Koningstheateracademie succesvol afgerond. “Ik heb net mijn Bachelor of Cabaret binnengesleept. Dus ik ben opgeleid tot cabaretier en theatermaker. Momenteel zit ik bij een improvisatiecollectief dat Flunknarf heet. Daarmee treed ik dit seizoen op in de Toonzaal (in ‘s-Hertogenbosch) en in Alphen aan de Rijn. Daarnaast geef ik les in improvisatietheater en regisseer ik bij de Koningstheateracademie en de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Als illustrator van Poezewoepers werk ik als freelancer.” Ze zet haar illustratiekwaliteit niet alleen voor haar eigen ansichtkaartenreeks, maar ook voor bepaalde organisaties. “Bijvoorbeeld voor het marketing- en communicatiebedrijf Move On in Spijkenisse, waar ik alle ongemakken van ondernemers heb getekend waar zij als marketing- en communicatie deskundigen bij kunnen helpen. Het is een ansichtcampagne richting hun (toekomstige) klanten.”

Crowdfunding
“Poezewoepers bestond twee jaar en was best populair op Facebook (inmiddels bijna 14.000 likes) toen ik mezelf afvroeg: “Wat wil ik daar nou mee?” Ik besefte dat ik de kaartenreeks wilde realiseren.” Ze is toen een crowdfunding gestart voor 5000 euro en heeft ‘m gehaald. “Dat is heel zwaar. Wij stonden op de site voordekunst.nl. Je maakt een filmpje en bedenkt tegenprestaties. Het is een gigantisch project, waarbij je constant bezig bent met de cijfers en het uitvoeren van tegenprestaties. Je moet goed campagne voeren en je netwerk inzetten.”

Poeze-wat?
“Twee jaar geleden kwam ik in een burn-out terecht. Van een vriendin kreeg ik toen een kaart met “You’re great!” erop, terwijl ik me helemaal niet great voelde,” vertelt Maya. Zo is het idee voor Poezewoepers voortgekomen uit een eigen ervaring. Ze vond dat veel ansichtkaarten de lading niet goed genoeg dekten. “Het zette me direct aan het denken, want wat stuur je iemand die zich niet helemaal top voelt of in de knoop zit? Die kaarten zijn er gewoon niet, of het is heel dramatisch of het is te positief. Eigenlijk wilde ik gewoon dat er een kaart zou zijn waarbij duidelijk wordt dat iemand een arm om je heen slaat.” Zo ontstond de eerste Poezewoepers ansichtkaart. “Voor een vriend schreef ik toen: “Na regen komt zonneschijn, maar daar heb je nu geen reet aan, dus zolang het met bakken uit de hemel komt, bied ik me graag als paraplu aan”. Ik wilde de nuance opzoeken met speelse humor en aangeven dat je het niet mooier hoeft te maken dan het is.”

Crea Bea
Als kind was Maya zeer fantasierijk. Ze spoot haar haar in 10 verschillende kleuren en koos altijd haar eigen kleren uit. “Mijn moeder zei altijd over mij (op z’n Rotterdams): “Het is altijd al een aandachttrekkert geweest”. Maar cabaret is daarom juist fantastisch voor mij. Ik kan daar mijn eigen verhaal neerzetten op het podium. Er zitten allemaal mensen in de zaal die hun mond moeten houden en ik mag vertellen over hoe ik de wereld zie.”

Zoveel mogelijkheden
“Ik ben niet bang om mensen aan hun mouw te trekken en ik bluf eigenlijk best veel. Erg hè? Maar dat vind ik vooral een goede eigenschap voor mij als ondernemer. Als iemand mij opbelt en vraagt: ‘Kan je volgende week driekwartier komen spelen?’ en ik heb maar een half uur, dan zeg ik: ‘Natuurlijk, ik zal er zijn’. Ik kijk goed naar wat mijn kernkwaliteiten zijn en hoe ik die kan inzetten.” Lef als ondernemer heeft Maya wel. Durft ze ook na te denken over de toekomst? “Ik vind het best eng om over de toekomst na te denken, maar ik zou wel graag een voorstelling hebben waar ik een tour mee kan doen. Misschien een educatieve voorstelling of juist cabaret. En, maar dit is écht een droom, ik zou heel graag een roman willen schrijven. Daar zou ik wel de tijd voor willen nemen, maar hoe en wat precies, dat weet ik nog niet. Maar humor zal altijd een rol spelen in de dingen die ik maak.”

 
> www.facebook.com/poezewoepers

Tekst: Nina Hawinkels
Fotografie: Heske Knoppers
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

HKNO_20160915_7589_1

RUIMdenkers & doeners #22: Lysanne van Esch

oktober 10 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Lysanne van Esch, 29 jaar, ‘s-Hertogenbosch
Ondernemer, freelance producent en mede-eigenaar WY projectbureau

“Soms denk ik: fuck it, ik doe het gewoon en dan zie ik het wel.“

Lysanne is na haar studie Leisure Management aan de slag gegaan als freelance producent bij verschillende festivals in en om Den Bosch. Zo vervult zij productietaken bij o.a. Bosch Parade, Festival Cement, Theaterfestival Boulevard en B*THERE festival. “Waar ik dan vooral mee bezig ben is productie en vrijwilligers coördinatie. Dat zijn mijn hoofddingen, waarbij mijn hart echt in productie zit. Dan voel ik me echt te gek: met een draaiboek in mijn hand en mijn werkschoenen en regenjas aan.”

Lekker doen
Dat aanpakken en uitvoeren is niks nieuws. “Ik ben meer een doener dan een denker, al van kinds af aan,” vertelt Lysanne enthousiast. “Ik spring dan in het diepe en ga ik ergens voor zonder dat ik het heel erg heb doordacht. Gaande weg kom ik erachter dat ik het tof vind of juist helemaal niet. Dat merk ik nu nog steeds wel eens. Dan denk ik tijdens het uitvoeren van een project of als ik een aanbod krijg: super leuk, dat moet ik doen! En als ik dan iets langer na denk, besef ik dat het niet echt had gehoeven. Maar dat brengt me ook wat. Als je voorzichtig bent, moet je geen zelfstandig ondernemer zijn.”

Dit is het
Toen Lysanne haar havo had afgerond heeft ze het studeren even uitgesteld omdat ze nog niet wist welke studie ze wilde doen. Ze is toen fulltime gaan werken “Ik ben uiteindelijk op mijn 23e gaan studeren: Leisure Management.” Het was een bewuste keuze, zo’n een brede studie. “Eigenlijk wist ik tot aan mijn derde studiejaar nog steeds niet precies wat ik wilde doen. Tot ik stage ging lopen bij Kunstbende en Theaterfestival Boulevard. Toen dacht ik: dit is het!”, vertelt Lysanne.

Krachten bundelen
Een paar projecten doet Lysanne in samenwerking met haar compagnons Marlies Germanus en Meggy Althuizen, waarmee ze WY projectbureau heeft. “We hebben elkaar in 2013 leren kennen, toen we B*THERE festival maakten. Het begon met het delen van een kantoor. Als freelancer ben je toch best eenzaam, want je hebt geen directe en vaste collega’s. Samen kantoorhouden ging super goed en er kwamen steeds meer projecten die we samen deden. Daarom hebben we ervoor gekozen om de krachten te bundelen en zo ontstond WY projectbureau. We hebben daarin gedeelde projecten als B*THERE festival en Bosch Parade, maar ook onze eigen projecten.”

Nooit saai
Lysanne werkt graag in variërende projecten, die elkaar afwisselen. “Je werkt toe naar een piek, dat vind ik heel tof. Het is nooit steady of saai. Juist veel variatie. De afwisseling tussen kantoor en uitvoering vind ik ook super fijn. Dat moet ik ook weer niet teveel romantiseren want ik zit toch wel 85% van de tijd achter mijn laptop. Dat hoort erbij en is goed. Ik ben heel blij met de afwisseling.”

Spannend
“Soms is het ook wel spannend, dat ondernemen. Als ik bijvoorbeeld belangrijke verantwoordelijkheden krijg of als ik niet zeker weet of ik wel voldoende projecten heb om mijn vaste lasten te betalen. Alles heeft voor- en nadelen. Gelukkig heb ik een paar opdrachten die elk jaar terugkomen, zoals Festival Cement, B*THERE festival en Theaterfestival Boulevard. Dat voelt toch als een soort van zekerheid.” Naast soms onzekere momenten, kent Lysanne ook trotse gevoelens. “Dit jaar heb ik de functie van mijn toenmalige stage-begeleidster bij Kunstbende tijdelijk mogen vervullen. Dat vond ik heel mooi, ik voelde me vereerd.”

Toffe plek
Als ik vraag naar haar droom of toekomstplan, begint Lysanne te glimlachen. “Een droom en alles mag?”, vraagt ze dan voorzichtig. “Ik zou het heel tof vinden als we over een paar jaar mensen in dienst hebben. En dat ik dan ook personeelszaken mag doen. Dan wil ik mensen een toffe plek bieden waar zij zichzelf kunnen ontwikkelen. Dat zou echt een droom zijn.”

 
> www.wyprojectbureau.nl
> www.b-there.nl

Tekst: Nina Hawinkels
Fotografie: Heske Knoppers
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

onbekend

RUIMdenkers & doeners #21: Jan-Geert van Rosmalen

oktober 10 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Jan-Geert van Rosmalen, 35 jaar, Vught
Ondernemer, chef-kok en mede-eigenaar restaurant Nom Nom

“Als je eenmaal van het ondernemerschap geproefd hebt, wil je steeds nieuwe uitdagingen aangaan. Althans ik wel.”

Het ondernemen begon voor Jan-Geert door het openen van restaurant Nom Nom met zijn compagnon Debbie de Noorlander. We ontmoeten elkaar ook daar voor het interview. Het is een zonnige dag dus het terras zit goed vol, frisse salades worden geserveerd en gasten tappen hun eigen citroenwater bij de boom midden op het terras.

Nom Nom werd eind 2014 geopend en is sindsdien een razend succes in de binnenstad van Den Bosch. Je kunt er je eigen avond ‘samenstellen’ vanwege de ruime keuze uit verschillende menu’s. “Het is eigenlijk driedelig: je kunt van de kaart bestellen, die is vrij klein en wisselt vier keer per jaar, maar je kunt ook voor de tapas gaan, die staan elke dag op de borden geschreven en wisselen dagelijks. Of je kunt een verrassingsmenuutje eten,” legt Jan-Geert uit.

Jonge Jan-Geert
“Als kind was ik heel druk, echt mega druk. Ik was zo’n jongen die de klas werd uitgezet.” Volgens Jan-Geert ben je voor het ondernemen in de wieg gelegd of niet. “Je moet er veel voor laten en heel hard werken. Als we dicht zijn, sta ik hier vaak te klussen of ben ik thuis nieuwe gerechten aan het uitwerken. Zelfs terwijl wij hier zitten ben ik alweer aan het bedenken hoe we bepaalde dingen kunnen aanpakken of vernieuwen. Dat is waarschijnlijk wel typerend voor mijn ‘drukte’.”

Passie
“Ik ben begonnen met koken als bijbaantje toen ik 15 jaar was en dat heb ik altijd aangehouden, ook tijdens mijn studie.“ Daarna heeft hij verschillende HBO studies gevolgd, maar hij merkte al snel dat die studies het niet helemaal waren. Hij stelde zichzelf de vraag: waar word ik écht gelukkig van? “Ik wil met mensen werken en iets voor hen betekenen. Dat is altijd zo geweest. Toen heb ik de keuze gemaakt om echt te gaan koken, fulltime. Al snel wilde ik nog een stap verder zetten: ik wil een eigen zaak beginnen. Ik ben gewoon mijn passie achterna gegaan.”

Eigen plek
Jan-Geert vertelt over zijn taak binnen Nom Nom: “Ik houd me bezig met de culinaire inhoud van Nom Nom. Dat betekent dat ik de menu’s samenstel en bepaal wat er in de keuken komt.” Hij en Debbie bedachten het concept voor Nom Nom samen. Jan-Geert vindt gezond (uit) eten erg belangrijk en vond dat dit in Den Bosch op te weinig plekken kon. Hij heeft zich laten inspireren door verschillende restaurants in Amsterdam en Berlijn. “Met mijn filosofie vanuit de keuken, ben ik met Debbie gaan brainstormen en hebben we nagedacht over de vormgeving daarvan. Debbie is van de aankleding. Zij denkt na over de uitstraling en hoe bijvoorbeeld ons terras er leuk en uitnodigend uit kan zien. Daarnaast kan ze sfeer maken, dat is haar kracht. We hebben daarmee onze krachten gebundeld. “

Overtuigend
“Ik ben echt van mening dat mensen gezonder moeten gaan eten. Dat was één van mijn hoofdredenen om Nom Nom te starten en ik zag dat er hier in Den Bosch vraag naar was. Dus niet zozeer vanuit commercieel oogpunt, het kwam echt vanuit mijn gevoel dat ik dit moet aanbieden.” Het gaat Jan-Geert niet ‘zomaar’ om gezonder eten. Het is een persoonlijke drijfveer waar hij volledig achter staat. “Zo hebben we ook bewust gekozen om geen frituur te nemen bijvoorbeeld. In de eerste maanden kreeg ik nog wel eens een sneer naar m’n hoofd: ‘waarom geen frituur?!’ Dan ben je wel vernieuwend bezig, als je geen frituur hebt in Den Bosch. Daarnaast dachten in het begin veel Bosschenaren dat het een ‘geitenwollen sokken-restaurant’ zou worden, omdat wij veel communiceerden over ons biologisch eten. Totdat steeds meer mensen hier kwamen eten en merkten dat er niks ‘geitenwollen sok’ is aan Nom Nom. Dat was even lastig, maar ik sta zo achter dit concept dat ik niet van plan was (en ben) iets te veranderen. Omdat ik wist dat het ging slagen.”

Vooruit
Stilzitten kan Jan-Geert niet zo goed, letterlijk en figuurlijk. “Als ondernemer moet je stappen maken. Ik ben wel een denker, ik ben veel bezig met creativiteit en concepten bedenken. Misschien willen we nog wel een zaak openen, alleen dan met een ander concept. Wat en hoe precies weet ik nog niet. Ik heb in ieder geval nog genoeg dromen.”

 
> www.nomnom.nu

Tekst: Nina Hawinkels
Fotografie: Heske Knoppers
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

001 Bildefotografie Ruim interview Elske_MG_1428 Elske springend cropt

RUIMdenkers & doeners #19: Elske Verbraak

september 9 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

We treffen Elske bij Seets2Meet op Centraal Station ’s-Hertogenbosch. Kiki en ik waren daar allebei nog nooit geweest. Elske vertelt over het concept: „ondernemers mogen hier gratis werken in ruil voor sociaal kapitaal. De grote bedrijven, die vergaderruimte om de centrale hal heen huren, betalen met geld. De ondernemers loggen in op een systeem, melden daarop welke expertise ze hebben en wat ze aan het doen zijn. Zo weet je wie er om je heen aan het werken is en kan elkaars expertise gemakkelijk worden benut. Er wordt elke dag samen geluncht. Het is een fijne werk- en ontmoetingsplek.”

—

„Dag Elske. Leuk je te ontmoeten! Ik kende jou nog niet, maar waar had ik je van kunnen kennen?”
„Nou, daar heb ik van te voren over na even over nagedacht. Het zijn eigenlijk twee verschillende poten. Je kunt mij kennen van presentatie klussen op culturele evenementen: Theaterfestival Boulevard, Bevrijdingsfestival, Kunstbende. Ik werk vooral voor regionale evenementen die aandacht vragen voor kunst en cultuur. Daarnaast heb ik mijn eigen bedrijf, Wake Up, dat opereert op het gebied van werkplezier.”

„Vertel! 2 poten?”
„Ja, dat heeft ook met mijn vaardigheden te maken. Ik ben erg goed in het activeren van zaken in verschillende rollen. Een fotograaf is goed in fotograferen en ik ben goed in enthousiasmeren en vragen stellen. Ik vraag mij vaak af: waarom doen mensen de dingen die ze doen? Bij Wake Up werk ik als procesbegeleider, projectcoördinator of als inspirerende workshop leider. Ik heb daarbij altijd te maken met het maken van verbinding en bewustwording.

Het werken als presentator is een andere poot. Een rol om te activeren en enthousiasmeren in een heel dynamische setting. Het heeft een korte en krachtige spanningsboog.”

003 Bildefotografie Ruim interview Elske_MG_2176 Seats to meet interview

„Hoe ben je met Wake Up begonnen?”
„Ik struggelde in mijn baan als personeelsadviseur. Ik was gefascineerd door personeelscultuur, door omgangscodes, want ik zag dat heel veel mensen vast zitten in structuren. Toen ben ik dat bij mezelf nagegaan en zag: ik doe dit ook, maar dat wil ik niet tot mijn 65e. Ik vroeg mij telkens af: hoe kan werken leuker, persoonlijker, gezelliger? Daar ben ik naar op zoek gegaan.

Zonder precies te weten wat ik ging doen heb ik ontslag genomen. In ben aan de theaterschool in Amsterdam gaan studeren. Gaan ontdekken: wat vind ik dan leuk? Wat ik ontdekte, doordat ik stopte met werken, maar ook tijdens de lessen, is dat je zoveel meer kunt dan je denkt en weet. Men heeft veel in huis, maar laat zich beperken door ‘hoe het hoort. Het kan vrijer en leuker! Dat wilde ik gaan toepassen in het bedrijfsleven.”

„Wat is daarbij je drijfveer?”
„In een zin: ik geloof dat mensen op hun beest zijn als ze het naar hun zin hebben, maar dat dat wordt verstoord ( in het werkende leven) door routine en de waan van de dag. Door bewustwording te creëren kun je weer gaan nadenken over waar je plezier van krijgt. Je moet uit je routine worden getrokken. Wat kun je zelf doen om dat beter te maken. En dat is precies wat ik met Wake Up doe.

Ook als presentator vind ik dat belangrijk. Ik hoef geen expert te zijn op het gebied van de inhoud van het evenement, maar heb altijd interesse in de persoon die ik interview. Persoonlijke ontwikkeling en groei zijn de pijlers waar het mij om gaat.”

„Even een heel andere vraag: hoe was je als kind?”
„Onbevangen. Ik speelde vroeger panfluit en had een uitvoering, maar was mijn muziekboek vergeten. Ik loste dat gewoon op door een liedje dat ik uit mijn hoofd kende te spelen. Ik zag er dus geen probleem in en zo denk ik nog steeds: in mogelijkheden, in experimenteren.”

„Als je dat op je ondernemerschap betrekt, hoe uit zich dat dan?”
„Als ik heel eerlijk ben, dat is natuurlijk het leukste, dan had ik geen idee van hoe en wat, toen ik mijn baan opzegde. Studeren is nog geen geld verdienen. Ik ben toen heel veel dingen gaan uitproberen. Ik had elk half jaar weer andere ideeën met betrekking tot het creëren van werkplezier op de werkvloer. Ik wilde mijzelf meer professionaliseren en probeerde alle dingen die ik doe te vangen in 1 product. Toen ik dat deed liepen de opdrachten terug: het werkte niet. Nu ben ik in heel veel verschillende rollen actief, op het gebied van werkplezier en persoonlijke ontwikkeling. De ene keer ben ik verbinder, de andere keer workshop leider.”

„Hoe kom je aan je klanten?”
„Netwerken vind ik een vies woord, meestal via aanbeveling van anderen. En vooral zelf heel actief naar buiten gaan, mensen ontmoeten, maar niet heel erg gericht. Ik ga niet naar een open koffie met het doel 4 mensen een visitekaartje te geven voor een mogelijke opdracht, maar omdat ik daar wil gaan praten met mensen. Ik moet ervoor op pad, mensen in het echte leven ontmoeten. Iemand uitnodigen via de mail voor een kop koffie om eens van gedachte te wisselen. Elke keer vanuit persoonlijk contact mijn eigen netwerk benaderen.”

„Heb je dan nooit schroom, als je iemand die je niet kent benadert?
Jawel, want iemand koud bellen zou ik heel onprettig vinden, dan zou ik mezelf opdringen. Maar als het ontstaat en het voelt goed, dan niet.”

„Wat zijn de kicks rond het ondernemen?”
„Als iets lukt, het samen zijn met anderen, samen iets maken / realiseren. Van het versuren van een factuur tot het samen ontwikkelen van een idee dat uiteindelijk staat als een huis. Of de reactie van een deelnemer, die het heel tof vond wat ik had gepresenteerd. Het feit dat je telkens weer iets ontdekt over je zelf of over het werk. Je moet jezelf blijven voeden. En als laatste, het onderweg zijn, letterlijk, want dat geeft weer afwisseling.”

„Wat zie je als de voordelen en nadelen?”
De voordelen: VRIJHEID, met hoofdletters! De nadelen vind ik de financiën, dat je niet altijd weet wat er binnen komt.

„Kun je ook dan blijven denken in mogelijkheden? Want dat lijkt mij een stuk moeilijker.
Niet altijd. Ik heb ook wel dagen dat ik denk: hoe moet ik dit gaan doen? Maar de volgende dag is dat vaak weer anders. Ik blijf wel altijd op zoek naar mogelijkheden, zodat nieuwe dingen kunnen blijven ontstaan.”

002 Bildefotografie Ruim interview Elske_MG_2129

„Levert dat je hoofdbrekens op?”
„Als ik daarop focus, dan verdwijnt de creativiteit. Gelukkig had ik de afgelopen jaren vaste samenwerkingen waardoor ik niet over geld na hoefde te denken.”

„Als zelfstandige kun je altijd en overal werken. Hoe bewaak jij je vrije tijd?”
„Soms lastig, want ik begin direct na het uitzetten van mijn wekker met het lezen van mails. Vrijdag middag, dan sluit ik wel af en heb ik echt weekend. Mijn valkuil is wel dat ik bij een heel vet project soms ook ’s avonds laat ineens weer aan het werken ben.”

„Hoe staan de zaken nu?”
„Nu sta ik op een kruispunt. Ik heb mijzelf de vraag gesteld: als ik me opnieuw zou willen profileren, hoe zou ik dat zomer 2016 willen? Het verhaal dat ik in mijn workshops deel is nog steeds interessant voor de deelnemers, maar voor mezelf een beetje uitgewerkt. Het wordt al bijna routine. Ik wil mezelf weer verder ontwikkelen, the next stap.”

„Kun je een tipje van de sluier oplichten?”
„Er komt een nieuwe rol voor mij aan. Eerst was mijn thema werkplezier, vanuit de urgentie en inhoud van mezelf. De lijn die ik heb ingezet wordt vervolgd, maar….”

„Wat is daarbij jouw ideaal?”
„Er komen 2 woorden in mij op: kunnen blijven veranderen en vrijheid.”

„Wie kun je ons aanraden voor een volgend interview?”
„Don Blaauw. Hij doet heel veel voor en met kinderen op het gebied van ontdekken. Hij heeft een product waarbij kinderen kennis vergaren in een mix van online en offline wereld met betrekking tot het krijgen van een echte ansichtkaart. Echt heel tof.”

 
> www.wakeuponline.nl

Tekst: Roos Terra
Fotografie: Kiki de Bilde (check haar Facebook en website)
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

009 Bildefotografie Ruim interview Michiel_MG_0740 michiel 4 daagse cropt met blur filter weiniger kleur

RUIMdenkers & doeners #18: Michiel van de Weerthof

september 9 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Het is vrijdagmiddag. Fotograaf Kiki de Bilde en ik gaan op pad naar Michiel van de Weerthof. Hij is, in tegenstelling tot de andere ondernemers waar we een reportage over maken, de enige die we al kennen. We hebben bij Michiel thuis afgesproken. „Mijn werkplek is eigenlijk overal en nergens, dus zullen we maar boven gaan zitten?”

—

„Dag Michiel. Anders dan bij de andere geïnterviewden ken ik je al een beetje, want je zat een jaar hoger dan ik op de kunstacademie. Toch de vraag: Waar kennen we je van? Wat doe je allemaal?”
„Waar je me van zou kunnen kennen? Dat is nogal wat geweest. Nu is het van Soundtreks. Joost van Pagee en ik maken interactieve audio avonturen.”

„Wat moet ik me daarbij voorstellen?”
„Ik houd van speuren en ronddolen, van de avonturenboeken van Tonke Dracht en Paul Biegel, van luisterboeken, van verdwalen in een stad die ik niet ken. Ik houd van de vertelwijze van games.

Wat we met de Soundtreks doen, heeft dat allemaal in zich. Het is augmented reality (toegevoegde realiteit) voor de oren; verhalen vertellen als in een game, maar dan zonder graphics. De ogen heb je vrij om mee rond te kijken, naar hoe leuk de wereld is. We maken de echte wereld tot een game, want de echte wereld is de beste game engine die er is!

De eerste Soundtrek die we hebben gemaakt is De Integraal, een interactief avontuur door Engelen dorp en de Haverleij. Momenteel ben ik twee projecten aan het afronden: De Mettertijd, een verhalende GPS audio-app door het heerlijk ronddwaalbare centrum van Harderwijk en De Abberant, de Jeroen Bosch zomertour door het Van Abbemuseum. En er komen nog meer Soundtreks aan!”

„Ik ken jou ook van je bandje De Rotte Herders, bestaat dat nog?”
„Nee, dat was voor de grap. Voor de lol met de accordeon muziek maken. Een beetje de toffe peer uithangen. Gaandeweg werden we er best wel goed in en hadden een ontzettend leuke energie. Met 4 optredens per week konden we er bijna van leven. Toen ontstond de vraag: moeten we dit professionaliseren? Nee, want dan gaat de sjeu ervan af. Het moet ‘voor de leuk’ blijven. Toen zijn we gestopt en ieder ons weegs gegaan. We zoeken elkaar nog wel eens op.

Ik ben nu bij een hele leuke band aangehaakt waar ze eerst Engelstalig zongen en nu ook Nederlandstalig. In deze band kan ik bescheiden op het podium staan. Daardoor vind ik het leuk om te doen.”

„Je studeerde autonome (visuele) kunst, maar maakte muziek…”
„Ja, eigenlijk maakte ik geluid en muziek. Het ging mij om contextverandering. Dat kan met muziek heel goed. Visuele kunst vond ik eigenlijk best saai en al dat artistieke gelul er omheen. Toch heb ik wel veel aan de academie gehad. Ik studeerde eerst illustratie en grafisch. Bij grafisch leerde ik vraaggestuurd denken: hoe kun je iets zo overbrengen dat het voor de ander ook communiceert? Dat kun je naar de opdrachtgever toepassen, maar ook naar jezelf. Daar heb ik nog steeds veel aan. De kunstacademie gaf me de vrijheid om alles wat ik belangrijk vond niet stuk te laten gaan. Ik maakte me onaantastbaar voor de dogma’s van het onderwijs.

In de 4e werd het echt leuk. Toen ging ik rare muziekfilmpjes maken met een wisselwerking tussen beeld en geluid erin. Ze gingen over hoe alledaagse dingen muziek in zich kunnen dragen. De verzekeringsflat in Tilburg heeft een glazen corridor waar mensen de hele dag doorheen lopen. Die gebruikte ik dan als partituur. Ik ging instrumenten bouwen die niet bestonden. Het spelen was dan heel moeilijk, maar dan was niemand er goed in én het leverde wel visuele tofheid op.

Na de academie dacht ik: waarom zou ik moeilijk artistiek doen? Moeizame concepten eromheen bedenken. Ik wil gewoon muziek maken!”

„Welke vorm gaf je daar aan?”
„Ik deed van alles. Speelde in bands van mezelf en van anderen. Maakte en bracht Nederlandstalige liedjes onder de namen Weerthof, Man met Pijp en Vinex. Ik speelde andermans liedjes, toerde met bands rond in Belgrado en Berlijn, Portugal.

Goed, toen dacht ik: hier wil ik mijn knaken mee verdienen! En ben gewoon in het diepe gesprongen.”

„Dan komen we nu op het punt ondernemerschap. Ik vroeg mij af: wat vind je ervan dat kunstenaars nu ondernemer zijn?”
„Dat is nu de hegemonie, de tendens van de tijd. Ze doen maar.

Toen ik ging ondernemen ging ik dus in het diepe, met m’n billen bloot. Ik merkte dat de wereld niet stond te wachten op nóg een toegepaste componist. Het kostte absurd veel moeite om opdrachten te genereren en ik had geen goed netwerk. Daarnaast vind ik dat de muziekindustrie niet meer innoveert.

Toen kwam Joost, die net een community art project had gedaan met geluid. Hij belde mij om daar een audiotour van te maken. Waar ik toen achter kwam is dat ik niet alles zelf meer hoefde te doen. We konden de taken verdelen en zoveel meer bereiken met meerdere mensen.

Ik vind het ondernemen leuk en heb het ook nodig. De wisselwerking tussen autonome ideeën en vragen van buitenaf houden mij gaande. Als ik alleen in mijn eigen wereld zou werken zou ik opdrogen en dat geldt ook voor het alleen maar werken in opdracht.

Daarnaast vind ik het fijn dat er een financieel moeten is, omdat ik de huur moet betalen. Ik vind dat een eerlijker argument dan artistiek wollige praat. Geld is niet per se super leuk ofzo, maar je weet wel wat je eraan hebt.”

011 Bildefotografie Ruim interview Michiel_MG_8361

„Wat zie je als de voordelen van het ondernemerschap?”
„Het ondernemerschap is een methode om te blijven leren, innoveren en vaardigheden erbij te pakken. Het is super fijn dat je vrijheid hebt en niemand anders dan jezelf ervoor verantwoordelijk kunt houden. Je verdient je eigen knaken op je eigen voorwaarden.”

„En wat zie je als de nadelen?”
„Je bent het altijd, je staat nooit uit. Dat ben je als kunstenaar, maar als ondernemer al helemaal. Het gaat over het artistieke, representatie, communicatie, acquisitie, vooruit denken, kwaliteit leveren, zorgen dat alles haalbaar blijft. Daar kun je altijd en overal mee bezig zijn.”

„Hoe zorg je voor je rust als je altijd aan staat?”
„Ik benader mijn werk soms als een baan en houd dan even een 9 tot 5 mentaliteit aan. Dat moet ook wel, na 3 burn-outs.”

„Wat doe je dan met je vrije tijd?”
„Ik ga ergens staan, met mijn veldrecorder apparatuur. Dan wordt ik zelf een microfoon en onzichtbaar. Zo luister ik naar vogels of naar mensen of het geluid van een brommer.”

„Dat klink verdomd veel als werken…”
„Ja, dat is zo. Maar mijn hobby is mijn werk en mijn werk is mijn hobby. Om vrij te nemen heb ik mezelf eens gedwongen een verslavende game te gaan spelen en films kijken, maar dat lukte niet. Koken en kookprogramma’s kijken geven me wel rust. Rondstruinen op de parfum-afdeling ook.”

010 Bildefotografie Ruim interview Michiel_MG_8315

„We gaan nog even terug in de tijd. Hoe was je als kind?”
„Ik was altijd zelf verzonnen liedjes aan het zingen en muziek aan het maken. Mijn ouders hebben me zoveel mogelijk kanten van het leven willen meegeven; van cultureel verantwoord tot volks, van elitair tot populair, van kantine tot museum. Dat brede fundament zie je nog steeds terug in mijn werk.”

„Hoe zie je dat terug? Waar liggen je interesses?”
„Van de vele vormen van verhalen vertellen als boeken, muziek en games tot de storytelling van de echte wereld zoals architectuur, stedenbouwkunde, geschiedenis en hoe dit alles causaal samenhangt.”

„Wat wil je de wereld of Den Bosch bieden?”
„Kijk en luister naar de wereld! De wereld is je speeltuin, je game. Den Bosch is daarin heel lang een voedingsbodem geweest, een inspiratie met geluiden, een thuis met vrienden.”

„En nu, de toekomst?”
„Ik vind Soundtreks een prachtig medium, waar nog heel veel mooie verhalen mee te vertellen zijn. Het interessantst vind ik dan de non-fictie verhalen. We willen met onze Soundtreks laten horen hoe fantastisch de wereld is.

Wat me prachtig lijkt is dat Soundtreks binnen een paar jaar uitgroeit tot een bedrijf waarmee we anderen inkomsten kunnen bieden; werkgever kunnen zijn. Op persoonlijk vlak wil ik anderen kunnen inspireren, zoals ik ook door anderen geïnspireerd ben.
Het is daarbij fijn om te ervaren dat de tijd rijp is voor de dingen die we willen doen.”

 
> www.michielvandeweerthof.nl
> www.soundtreks.nl

Tekst: Roos Terra
Fotografie: Kiki de Bilde (check haar Facebook en website)
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

006 Bildefotografie Ruim interview Bing_MG_8581 Bing portret lagen cropt filter bijgesneden

RUIMdenkers & doeners #17: Bing Berendsen

augustus 8 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Het is vrijdag middag en we treffen Bing in de serre van zijn ouderlijk huis. Dit is, naast school, zijn werkplek. Bing is de eerste van onze reeks ondernemers die we interviewen en fotograferen. We zijn erg benieuwd naar deze jonge ondernemer, die al tijdens zijn studie zijn eigen bedrijf heeft opgericht: Koninkrijk Van Muziek. Ik schrijf ‘jong’, want we hebben niet gevraagd hoe oud hij is.

—

„Dag Bing, om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat doe je allemaal en waar kennen we je van?”
„Je kunt mij kennen van mijn hiphop muzieklabel Koninkrijk Van Muziek (KVM). Mijn werk is het organiseren en produceren van evenementen, het management en de boekingen van artiesten. Evenementen organiseren doen we het meest, van het opzetten ervan tot het doen.”

„Wie zijn eigenlijk We?”
„Ik heb KVM opgezet, maar nu werken ik samen met vrienden/ compagnons. Deze mensen zijn heel belangrijk en ik wil ze graag bij naam noemen: Christian Frederica, Douwe van Doornewaard, Jesseh Grootte Woordmann, Nick van Hoof, Cas Wiericx, Joël Brendgen en Jordan Frederica. Eigenlijk ben ik de baas van dit geheel.”

„Vind je het gek om over jezelf te zeggen: ik ben de baas?”
„Ja, want ik wil dat we elkaars gelijken zijn en iedereen zichzelf belangrijk vind, niemand doet onder voor de ander. De kracht is dat we bezoekers, organisatoren en locatie gelijk stellen.”

„Hoe ben je ooit gestart met KVM?”
„Ik ben begonnen uit liefhebberij voor de hiphop, om m’n broertje (Jengi Beats) in de picture te zetten én voor de stad Den Bosch. Ik miste ik eigenlijk wat wij nu met KVM nu doen: hiphop feesten organiseren. Hiphop in Duketown was gestopt en toen viel er een gat. Ik kom uit de skate wereld en het eerste feestje was in het World Skate Centrum. We zijn gewoon begonnen met doen, een beetje bluffen, in jezelf geloven. En vrienden helpen me met van alles en nog wat.

Vroeger vond ik het heel leuk om te handelen, bijv. in schoenen. Ik kocht en verkocht via Marktplaats. Ik ben begonnen met 2 schoenen, toen met 10, toen steeds meer en die verkocht ik dan voor het 3 dubbele door. Ik was toen ongeveer 14 jaar. Daarvoor nog, tijdens Festival Boulevard, trommelde mijn broertje op een trommel en ik dacht toen (8 jaar oud): laat ik maar met de pet rond gaan. En dat smaakte naar meer. Geld verdienen is echter niet mijn prio!”

„Vind je geld verdienen dan iets vies?”
„Nee, dat niet. Maar we doen het niet om het geld, met geld als doel. Al het geld dat er binnenkomt investeren we in Koninkrijk Voor Muziek, zodat we de mensen groter kunnen maken.”

„Is dat je drijfveer?”
„Jazeker! Andere mensen groter maken en de stad Den Bosch groter maken. De mensen, de bezoekers zijn op de voorgrond, wij op de achtergrond, want wij zijn niet het belangrijkst.

007 Bildefotografie Ruim interview Bing_MG_8312

Verder vind ik het belangrijk om te vermelden dat wij echt doen wat we zelf willen. We willen vooral de Bossche jeugd, de Bossche artiesten een plezier doen én een gezicht geven. We doen dus eigenlijk alles voor anderen, en daar genieten we ontzettend van.”

„Terug naar het ondernemerschap. Wat trekt jou daarin?”
„Het van niets iets maken. Ik vind het spannend om te onderhandelen en te zorgen dat we ons doel bereiken, maar ook om hierbij concessies te doen.”

„Is er ook een minder leuke kant?”
„Financiën, boekhouding, belasting. Dat hebben we nu uitbesteed, want geld binnenhalen is heel leuk, maar boekhouden niet. En ook minder leuk is het bijvoorbeeld om dingen te regelen met partijen waarmee je niet meteen op een lijn zit. Ik ben in onderhandelingen soms te soft en zeg niet direct wat wij willen of kunnen en niet kunnen.

Minder leuk is ook dat bij het organiseren van een evenement wel eens wat fout gaat. De feesten zijn heel tof, maar ik loop dan niet met een biertje op m’n eigen evenement te genieten. Ik ben dan wel aan het werk.”

„Je werkt door de week en in het weekend zijn er de evenementen. Hoe zorg je ervoor dat je ontspant?”
„Eerst zat ik op voetbal, maar dat was uiteindelijk niet meer te combineren met de feesten. Nu ga ik vooral uit naar feesten en met vrienden chillen. Dan ben ik dan eigenlijk ook weer aan het werk, aan het netwerken.”

„Kun je je werk en privé nog wel scheiden?”
„Nee, eigenlijk niet. Ik vind het niet erg, of eigenlijk gewoon heerlijk om er 24 uur per dag mee bezig te zijn. Maar sinds een maand zet ik wel 1x in de week het internet van mijn telefoon uit, geen mail op die dag. Dat heb ik van mijn compagnon geleerd en dat bevalt heel goed. Hoewel, ik zit dan wel weer in tweestrijd, want dan denk ik toch: als ik nu de mail zou behandelen, dan hoef ik het morgen niet te doen.”

„Als je altijd aan het werk bent, hoe zorg je dat je geïnspireerd blijft?”
„Door mezelf te ontwikkelen en doordat ik zoveel diverse werkzaamheden hebt. De input hoef ik nog niet zelf te organiseren.”

„Wat studeer je eigenlijk?”
„Ik zit op de Herman Brood Academie en studeer Muziek Management. Daar leer ik over alles wat achter de muzikanten plaats vindt: van boekingskantoor tot het opzetten van festivals, dus alles achter de schermen.”

„Je hebt al best veel ervaring met organiseren. Hoeveel ervaring had je toen je ging studeren?”
„Toen had ik 1 event met 2 edities gedaan. De 2e keer al hadden we rapper Tyfoon geboekt. Heel vet. De school heeft me wat dat betreft wel veel geleerd, op alle vlakken. Het heeft me volwassen gemaakt. Ik durfde helemaal niet te presenteren en nu doe ik dat voor meer dan 150 man. Ik sta nog steeds niet graag in de spotlight, kom maar naar de feestjes en ervaar het maar!”

„Over de toekomst. Hoe ziet je deze er ideaal gezien voor jou uit?”
„Ik wil Hiphop Lowlands organiseren in Den Bosch. Daaraan zijn we nu aan het werk. We willen zoiets opzetten als Hip Hop Camp in Tsjechië en voor duizenden bezoekers hiphop bieden. Het doel is om dit over 8 jaar te hebben bereikt. Daarnaast wil ik met Koninkrijk Van Muziek landelijk / benelux bekend worden als organisator van feesten en leverancier van artiesten.”

„Heb je om dit ideaal te bereiken een business plan geschreven?”
„Nee, wij doen alleen promotie en gas erop. Het zit allemaal in ons hoofd. Het schrijven dient voor jezelf en voor anderen. Voor ons is het al zo klaar als een klontje wat we doen. We stappen op een organisatie af en zeggen: dit willen we doen, kan dat? De productie spreekt boekdelen.”

„Tot slot: Wie kun je aanraden om over te schrijven?”
„Ik kijk heel erg op naar Albert Jan Buitendijk, Cees van Balen en Robert Hoskam. Zij organiseren Losjes; techno feestjes.”

 
> bingberendsen.wordpress.com
> www.koninkrijkvanmuziek.nl

Tekst: Roos Terra
Fotografie: Kiki de Bilde (check haar Facebook en website)
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

Roel van der Krabben - Evita Copier - RUIM

RUIMdenkers & doeners #16: Roel van der Krabben

augustus 8 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Roel van der Krabben (28) werkt als online marketeer bij Etrias Lifestyle Stores. Daarnaast steekt hij samen met Tommie van de Wiel veel tijd en energie in het grootste online magazine voor de moderne man: Manify. Als Roel ergens zijn focus op heeft, dan gaat hij ervoor. “Ik heb ooit een gitaar gekocht en daarmee sluit ik me op totdat ik een liedje kan spelen. Voor Manify hebben we onlangs een drone met camera gekocht; daar ga ik net zo lang mee prullen totdat ik een mooi shot heb gemaakt. Zo doe ik dat eigenlijk met alles.”

—

Fotograaf (en tafeldame) Evita en ik spraken Roel in de binnentuin van het GZG, waar Manify is gevestigd. “Heb je een opleiding genoten in de marketing?” “Nee, ik heb eerst natuurwetenschappen gedaan, dat heb ik niet afgemaakt. Toen ben ik technische bedrijfskunde, wat voornamelijk logistiek en procesverbetering inhoudt, gaan doen. Er zit geen verband tussen, ik koos daarvoor omdat ik het op dat moment leuk vond.”

“Wat heb je gedaan na het afronden van je opleiding?” “In mijn laatste leerjaar liep ik stage bij de webshop van Philips in Amsterdam, daar ben ik in aanraking gekomen met de online wereld. Ik dacht: dit vind ik veel leuker en interessanter dan technische bedrijfskunde. Laat ik dat eens dichter bij huis gaan zoeken. Toen ben ik bij Searchresult in Den Bosch terechtgekomen. Eerst parttime naast mijn opleiding als online marketeer. Na mijn studie kreeg ik de kans om bij Searchresult te blijven. Daar heb ik in een jaar of twee/drie tijd veel geleerd. Daarna de stap naar Etrias gemaakt. En ondertussen Manify opgebouwd.”

“Hoe is Manify ontstaan?” “Bij Searchresult kreeg ik de opdracht om websites optimaliseren voor zoekmachines op het internet. Ik had bedacht om eerst een eigen site te beginnen als soort van speeltuin; wat werkt wel en wat werkt niet. Dat werd ‘Studio Nieuws’, een website met nieuwsfeitjes over muziek maken op de computer, iets wat bij mij past. Het onderwerp is voor een hele kleine doelgroep, maar het begon best snel te leven. Toen kwamen er bedrijven naar me toe: zou ik op jouw site mogen adverteren? Ik begon daar redelijk wat geld mee te verdienen. Geen grote bedragen, maar zo’n 100 à 200 euro in de maand. Ik dacht als ik dit concept nu kopieer naar een grotere doelgroep, dan kan dat best weleens interessant worden. Ik kwam uit bij de jonge moderne man. Zelf vind ik het ook interessant om te schrijven over auto’s, reizen, kleding. Over waar een moderne man zich mee bezig houdt, bijvoorbeeld zijn carrière. Dat soort dingen.”

Evita: “Een niet ingewikkeld, doeltreffend idee.” “Precies. Ik begon met het schrijven van drie berichten in de week. Kort daarna kwam Tommie erbij, een van mijn beste vrienden. Daardoor werd er meer werk verzet en is het gaan groeien. Ik denk dat Tommie er nu sinds anderhalf jaar, twee jaar fulltime aan werkt.”

“Wat is de rolverdeling in jullie samenwerking?” “Dat is in de jaren erg verschoven. Tommie is de creatieveling, hij heeft oog voor design. Dat heb ik totaal niet. Ik ben de technische man, bij mij moet het gewoon praktisch zijn en snel werken. Tommie vond het er vaak niet uitzien, dus zorgde hij ervoor dat het beter ging ogen. Zo begonnen we. Nu doet Tommie de dagelijkse leiding, ook met de stagiaires en andere bloggers. Ik houd me bezig met de ontwikkeling van nieuwe modules, sales, contact met klanten. Zorgen dat er wat geld binnenkomt. Ik schrijf ook artikelen, maar minder dan voorheen.”

“Hoe gaat het schrijven je af?” “Als je zo’n magazine begint ga je eerst kijken naar andere sites. Dan ga je dat ‘kopiëren’; dáár ga ik ook over schrijven. Om een grotere groei te maken, moet je je gaan onderscheiden door zelf content te bedenken. Mensen interviewen, naar een land gaan voor een videoreportage of een review over een auto schrijven. Al die dingen kosten natuurlijk veel meer tijd dan een artikel kopiëren. Je gaat misschien van vijf naar drie artikelen, maar je krijgt wel authentieke content.”

“Ben jij van de risico’s als ondernemer?” “Nee, haha. Je moet natuurlijk weleens een risico nemen. Als ik dat doe, doe ik dat heel berekend.”

“Geen hele gekke dingen.” “Nee, geen Wolf of Wallstreet gokken; alles of niets. Nee, dat zit er niet in. Ik zou het zonde vinden om het allemaal op het spel te zetten, daarvoor vind ik het veel te leuk. Ik ben heel analytisch. Dat ben ik in alles, maar zeker met ondernemen. Als ik een keuze moet maken, doe ik dat niet vaak op gevoel. Cijfers maken het voor mij gemakkelijker om te kiezen.”

“Tommie de creatieveling, hij werkt dan meer vanuit zijn gevoel.” “Klopt, soms is dat beter. Op heel veel vlakken vult hij mij goed aan. En andersom hoop ik ook, haha.”

“Vast wel. Er zijn een hoop schrijvers bijgekomen in de loop van de jaren.” “Zeker. Het zijn veelal vrijwilligers die het heel leuk vinden om te schrijven. Het concept is dat bedrijven of organisaties ons iets bieden voor een recensie. Bijvoorbeeld een uitnodiging voor een leuk feestje of persreisje. Voor de vrijwilligers is dat een mooie incentive. We hebben een blogger die helemaal gek is van auto’s en hij is elke maand ergens anders om een auto te testen. Volgende maand gaat hij volgens mij naar Innsbruck voor testen van een Jaguâr. Voor hem is dat een superleuke ervaring en het staat leuk op zijn CV. Voor Manify is dat hele goede content. Een win-win-win situatie.”

Evita: “Hoeveel verschillende schrijvers zijn er nu inclusief vaste en gastbloggers?” “Op dit moment zijn het er negen, denk ik. Ja, met de stagiaires erbij.”

“Hoe uniek is Manify? Hebben jullie veel concurrentie?” “Dat begint te komen. Je ziet dat de printbladen ook online stappen aan het maken zijn, maar dat wil niet zo vlotten. In tegenstelling tot de vrouwenwereld, daar is het helemaal begroeid met de blogs en de magazines, is de mannenwereld nog vrij onontdekt. In vergelijking tot drie jaar geleden is de concurrentie wel groter geworden.”

“Nemen de bezoekersaantallen dan ook af?” “Dat niet. We groeien nog steeds, alleen de groei neemt wel af. Ik denk dat we twee à drie grote concurrenten hebben en drie à vier die iets onder ons zitten qua bezoekersaantallen. Ik maak me daar niet zo druk om. Ik ben alleen maar blij dat hiermee de online mannen-magazines als productgroep steeds meer aandacht krijgen.”

“Je eerste website ging over het maken van muziek. Ben je actief in de muziek?” “Hobbymatig. Eerlijk gezegd heb ik daar de laatste jaren daar wat minder tijd voor. Maar als ik er tijd voor heb, vind ik het heerlijk om te doen.”

“Ook voor Oeteldonk.” “Elk jaar neem ik deel aan Het Kwekfestijn met carnavalsvereniging Vergimmes Mooi. Daarmee staan we regelmatig op de carnavals-cd. Ik maak ook heel veel remixen die in de kroeg worden gedraaid.”

Evita: “Een hele andere kant.” “Wat ik heel leuk vind, is me ergens op focussen en dan ga ik net zolang door totdat ik het beheers. De enige voorwaarde is dat ik het leuk moet vinden. Of een hoger doel voor ogen heb waarvoor ik me kan inzetten.”

“Kun je wat vertellen over je werk bij Etrias?” “Het is een mooi jong bedrijf wat ontzettend hard groeit en waar ik nog steeds heel veel leer. Ik zit daar precies aan de andere kant van waar ik bij Manify zit. Bij Etrias als online marketeer weet ik hoe ik ruimte voor advertenties moet inkopen bij websites zoals Manify. Door het sales-werk bij Manify weet ik hoe het eraan toegaat bij een E-commerce bedrijf als Etrias, die advertenties wilt plaatsen. Ik heb er in beide partijen belang bij dat ik wat van de andere kant afweet.”

“Dat vult elkaar wel lekker aan.” “Zeker. En bij Etrias zijn ze heel flexibel. Ik ben vorige week voor Manify in Peru geweest. Dus als ik een week van Etrias weg ben, betekent dat niet dat heel het bedrijf op zijn kop staat. Bovendien weten ze, dat ik voor hen ook in de avonduren en in het weekend doorwerk, als dat nodig is.”

“Wat heb je in Peru gedaan?” “Dat was voor het toerismebureau van Peru. Reizigers die naar Peru toe gaan, gaan vaak naar Cusco en Machu Picchu in het zuiden. Ik ben met anderen journalisten, waaronder die van National Geographic, AD en Telegraaf, naar het noorden gestuurd om dat onder de aandacht van te brengen van onze lezers.”

Evita: “Klinkt als de ultieme droom.” “Bij zo’n reis zijn we elke dag bezig met interviews en foto’s maken. In de ritjes tussendoor bewerken we dan de foto’s en video’s. Dus we moeten continue hard werken, maar het is wel fantastisch. Ook als ik met Tommie en Kaz, twee van mijn beste vrienden, beelden mag schieten voor een review van een toffe auto – waarvoor we bijvoorbeeld met een jeep door de modder raggen. Dan denk je, dit is toch een jongensdroom?!”

“Ontstaat er, doordat jullie samenwerken, weleens wrijving in jullie vriendschap?” “Dat hebben we nog niet gehad. Natuurlijk is er af en toe wat frictie. Zolang je dat uitspreekt naar elkaar, dan is het geen probleem. Ik word nooit persoonlijk en Tommie ook niet. Als er iets misgaat: kan gebeuren, we zijn allemaal mensen. Misschien is het ook makkelijker omdat het goed gaat met Manify.”

Evita: “Jullie schrijven over heel veel verschillende topics.” “Wat we zelf goed vinden werken, is iets wat terugkeert. We hebben bijvoorbeeld Suite Up Tuesday en daarin schrijven we elke week iets omtrent een pak. Hetzelfde concept voor Fitgirl Friday. We portretteren iedere vrijdag een een instagramgirl die flink fitnesst. Dat item trekt overigens meer lezers dan Suite Up Tuesday, haha. Op deze manier wordt het een topic waar mensen naar gaan uitkijken.”

Evita: “Trekt het ook vrouwen aan? Ik kan mezelf voorstellen dat Fitgirl Friday voor vrouwen net zo interessant is” “Absoluut, best wel veel zelfs. Wij schrijven gericht op de mannen, maar dat wil niet zeggen dat het oninteressant is voor vrouwen. Als we over een hotel schrijven is dat wellicht net zo interessant voor een vrouw als voor een man. Ik zal eerlijk zijn: ik lees ook altijd LINDA. van mijn vriendin. Dat vind ik een fantastisch magazine, een van de beste bladen van Nederland. Er staan mooie artikelen in met goede interviews.”

“Je bent geboren en getogen in ’s-Hertogenbosch. Is het een interessante stad voor een ondernemer?” “Ik denk dat er in Den Bosch een hele grote gunfactor is onder ondernemers. Laatst vond ik een tooltje op internet waarmee je via LinkedIn kunt kijken waar je je netwerk van kent. Het verraste mij dat ik 25% van mijn netwerk heb leren kennen via carnaval, borrelen of uitgaan in de stad. Ik denk dat Den Bosch qua grootte en mentaliteit perfect is om een heel hecht netwerk te maken.”

Evita: “Nu ik erover nadenk, de meeste klussen heb ik vanuit de kroeg.” “En waarom ook niet. In andere landen is dat vrij normaal. Als je in Rusland zaken gaat doen, moet je eerst doorzakken met wodka. En in Den Bosch kun je het doen met een biertje en een bitterballetje.”

“Heb je plannen voor de toekomst?” “Goeie vraag. Dat is misschien ook een leermoment voor mij: wij plannen niet super-ver vooruit. Ik ben niet iemand die de route van te voren al helemaal uitstippelt. Wat we zeker van plan zijn, is Manify groter maken. Dat kan door er een lifestyle merk van te maken. We zoeken al naar partners voor kleding, in de vorm van een webshop of iets dergelijks. Wij zijn sterk in het opbouwen van een netwerk en dat is eventueel weer handig voor andere platforms.”

“Ja, want ik zag dat je ook de website Ladify hebt opgezet.” “Ladify wordt beheerd door mijn vriendin, samen met een vriendin van haar. Dat doen ze erg goed. Ze werken daar aan voor hun hobby. Tevens omdat er veel meer concurrentie is, zoals ik al eerder aangaf. Ik denk dat wanneer je echt een groter bedrijf wilt opzetten, je het met één site niet gaat redden. Ik zie wel toekomst voor een online uitgeverij; dus meerdere platforms waarmee je verschillende niches kunt bedienen. Dat zou heel mooi zijn.”

 
> www.manify.nl

Tekst: Ralf van de Wiel
Fotografie: Evita Copier
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

Elske Helmich - Evita Copier

RUIMdenkers & doeners #15: Elske Helmich

augustus 8 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Op een warme lentedag spreken we Elske Helmich (31) over ondernemerschap. Ze is onder andere dramadocent, actrice en coach. Fotograaf Evita en ik zijn af en toe verrast over wat ze allemaal heeft ondernomen en meegemaakt. “Dus je bent van de impulsen?” “Ja, maar nu al wat minder. Er komt gelukkig wat meer rust in, haha.”

—

We zitten op het dakterras van de voormalige basisschool ’t Boschveld, die nu is onderverdeeld in kantoren. “We zijn nu bij je nieuwe werkplek. Waar heb je hiervoor gewerkt?” “Vanuit huis. Hier op kantoor ben ik een of twee keer per week, daarnaast werk ik veel op locatie. Ik ben soms twee weken lang van hot naar her aan het rennen en soms heb ik twee weken niks, dan zit ik weer op kantoor. Er is geen touw aan vast te knopen; bij mij zit er echt nul structuur en regelmaat in.”

“Wat is het verschil met het werken vanuit huis?” “Ik ben hier veel gemotiveerder en minder snel afgeleid. Ik deel de werkruimte samen met Marcia en Margot van Fijnstof Films. Als je bij mensen bent die hard aan het werk zijn, motiveert dat om zelf hard te werken. Wat ook fijn is: als je vast zit met een opdracht kun je even sparren met elkaar, dat werkt supergoed, dan kom je er veel eerder uit.”

“Je doet verschillende dingen met je onderneming, zoals het geven van workshops, kun je daar iets over vertellen?” “Nadat ik was afgestudeerd als dramadocent op de HKU, ben ik in Zuid-Amerika gaan wonen. Toen ik na vier jaar terug kwam naar Nederland, was ik uit de running met theater; ik moest van meet af aan beginnen. Via een uitzendbureau ben ik gaan werken als gastvrouw bij kloosterhotel ZIN in Vught. Ik zag daar veel groepen met trainers of coaches voor workshops en dacht: hoe vet zou het zijn om theater als middel in te zetten en daarmee workshops te geven! Van ZIN kreeg ik het vertrouwen om het op te gaan zetten, daar ben ik ze nog steeds heel dankbaar voor. Ik was natuurlijk nog maar een broekie, maar dacht: dat doe je toch gewoon! Op een gegeven moment kwam ik erachter dat het niet zo werkt. Mensen moeten zich veilig voelen en ik merkte tijdens de trainingen dat mensen geëmotioneerd konden raken. Ik schrok daarvan en wist niet hoe ik daarmee om moest gaan. Vandaar dat ik een driejarige coachings opleiding ben gaan doen. Daar heb ik heel veel geleerd en kon de trainingen meer op maat gaan maken. Ik werk trouwens nog steeds een keer in de week als gastvrouw bij ZIN; echt een fantastische plek om te zijn.”

“Mooi initiatief! Je hebt het dus vanaf blanco opgezet. Is het een beetje gaan lopen?” “Mijn theaterworkshops werden op de website van ZIN gezet. Tegen mijn collega’s van de afdeling verkoop zei ik: als jij mijn workshop verkoopt krijg je van mij een bloemetje. Dat werkte. Er komen best veel grote bedrijven bij ZIN. Op een gegeven moment sloeg het aan en werd ik in company gevraagd. En ik mocht door heel het land theaterworkshops gaan geven.”

“In opdracht voor ZIN of als eigen bedrijf?” “Workshops bij het kloosterhotel zijn in opdracht. Dan verdelen we de inkomsten, want ik ben in een ruimte van hen. Daarnaast ben ik een eigen bedrijf gestart: Straal!Theater. Dat moest ook, want ik werd ingehuurd door andere bedrijven.”

“Hoe vond je dat het zakelijke gedeelte erbij kwam?” “Vreselijk. Dat werkte me zo op de zenuwen. Gelukkig had Guus Verschuur van Nearest Neighbour me zijn boekhouder voorgesteld. Sindsdien dump ik alles bij hem. Hij doet mijn boekhouding perfect, ik heb er geen omkijken naar. Dat scheelt me een hoop stress. Ik heb een paar keer geprobeerd om mijn inkomstenbelasting aan te geven… Alleen al als ik er over praat krijg ik hartkloppingen.”

“Oké, laten we het daar dan maar niet over hebben. Hoe gaat het met de acquisitie?” “Van koude acquisitie ben ik helemaal niet. Vaak gaan de opdrachten via via. Ik merk wel dat als ik stop met het bijhouden van mijn website, LinkedIn en de nazorg van vaste klanten, dat het meteen een beetje inkakt. Daarom ben ik bezig met het wijzigen van mijn website, zodat ik het zelf kan bijhouden. Ik maak best veel voorstellingen en dat wil ik erop zetten, zodat mensen kunnen zien waar ik mee bezig ben. Acquisitie doen is trouwens niet mijn sterkste kant.”

“Maar je redt je wel?” “Tot nog toe wel. Daar ben ik heel blij mee. Wat ook heeft geholpen is dat ik drie jaar geleden samen met Sanne Berger onder leiding van Rowdy Pelgrim het Café Theater Festival in Utrecht heb gewonnen met de voorstelling Trouw. We deden daar eigenlijk aan mee om gewoon een keer samen iets te maken en dan wordt het zo goed ontvangen! We wisten niet wat we meemaakten. Deze erkenning heeft ervoor gezorgd dat we op verschillende plaatsen konden gaan spelen, waaronder Theaterfestival Boulevard. Voor dat festival hebben we, als Compagnie Zuidervrouw, de voorstelling Cursus Omgaan met Vrouwen gemaakt. Het is fijn werken met Rowdy en Sanne. Sanne en ik vullen elkaar in spel mooi aan. En we hebben nooit twijfel bij de regie van Rowdy; we hebben vertrouwen in elkaar.”

“Heb je nog bepaalde plannen of doelen die je wilt bereiken?” “Omdat dit jaar alles in het teken van Jheronimus Bosch staat, heb ik van Muzerije de ruimte gekregen om een voorstelling te schrijven voor basisscholen. De voorstelling genaamd Zonde gaat over de zeven hoofdzonden, die we op drie verschillende scholen hebben neergezet en tot uitvoer hebben gebracht in het Wijktheater. Dit in samenwerking met Gert de Mulder, een beeldend kunstenares die een prachtig decor heeft gemaakt met kinderen uit andere klassen. In de toekomst zou ik meer voorstellingen willen schrijven, ook in samenwerking met Compagnie ZuiderVrouw.

“Zijn er dingen waar je af en toe tegenaan loopt?” “Dat komt regelmatig voor. Ik ben best lui van inborst. Soms heb ik de vibe en ga ik er tegenaan. Soms komt er niets uit mijn handen, dan ben ik alleen maar aan het lanterfanten.”

Evita: “Het hoeft niet altijd hardcore-to-the-bone.” “Precies, je hebt ook niet voor niets voor ZZP-schap gekozen. Niemand boven je hebben staan, die zegt wat je moet doen. Je kan in je eigen tempo werken. Volgens mij bestaat creativiteit bij de gratie van een beetje luieren. Als ik te veel aan een stuk door als een dolle aan het werk ben, dan raak ik in de stress. Dan vind ik het helemaal niet meer leuk om mijn werk te doen en dat is ook niet fijn voor mijn cursisten of publiek.”

“Wat is het mooiste compliment wat je ooit hebt gehad?” “Als mensen zich veilig voelen bij mij en zich daardoor durven open te stellen, dat zet deuren open voor kwetsbaarheid en spel. Ik geef ook les aan volwassenen bij Muzerije en Studio P-act op PERRON 3. Ik merk dat de cursisten patronen hebben ontwikkeld om bepaalde pijnpunten uit de weg te gaan. Bijvoorbeeld: ik praat niet te veel over mezelf, want dan krijg ik op mijn flikker van mijn vader. Dan leer jezelf aan niet meer over jezelf te praten, want dat associeer je met afwijzing. Bij volwassenen zitten die patronen er veel dieper in dan bij kinderen. Het is heel fijn als je als trainer, docent of coach een sfeer kan creëren waar waarbij er gelachen en gefaald mag worden. Een vloer om op te experimenteren zonder dat er consequenties aanzitten, het creëren van een veilige speelgrond waarop alles mogelijk is.”

“Je vertelde net dat je in Zuid-Amerika hebt gewoond. Waarom ben je daar naar toe gegaan?” “In het derde jaar was het verplicht een stage in het buitenland te doen, klasgenoot Ellen en ik besloten om naar Buenos Aires te gaan. Daar hebben we gewerkt met onder andere bio energetica, een hele intense werkmethode. We hebben les gehad en gegeven. Les geven was handen- en voetenwerk aangezien we de Spaanse taal nog niet goed beheersten. Ellen en ik woonden daar met een paar mensen in huis, waaronder Ricardo. Natuurlijk nooit verwacht, maar het werd iets tussen ons. Ik sprak amper Spaans! Na het afronden van mijn studie ben ik terug gegaan naar Argentinië. Toen hebben we eerst rondgereisd door Argentinië, Chili en Bolivia. Uiteindelijk hebben we in het noorden van Argentinië, midden in de jungle, zes hectare grond gekocht samen met twee andere Argentijnen. Daar hebben we in twee jaar tijd een huis gebouwd om te gebruiken als cultureel centrum. De lokale bevolking stond heel sceptisch tegenover ons plan, maar het is gelukt! Het is een hele toffe plek geworden. Daarna, op mijn zesentwintigste, miste ik mijn familie en twijfelde ik of hier nog wilde wonen. We hadden geen telefoonsignaal, we moesten water halen uit een waterbron die een kilometer verderop lag. Ik besloot om terug te gaan naar Nederland.”

“Het gaat me eigenlijk helemaal niks aan, maar was het toen ook uit met je relatie?” “Ja, ik heb hem nooit meer gezien daarna.”

Elske laat foto’s zien van haar tijd in Argentinië aan mij en Evita. “Wauw, dat is echt een hele onderneming geweest.” Evita: “En had iedereen een beetje spaargeld ingelegd?” “Ja. Ik kreeg ook subsidie vanuit Nederland voor het cultureel centrum. Dit was mijn paard.”

Elske wijst een foto aan. “Was dat je vervoersmiddel?” “Ja, dat kon niet anders.”

“Haha, het wordt steeds gekker.” “Ik ging niet met het idee naar Argentinië om een huis te bouwen. Dat ontstond gewoon. Als ik wist dat ik van te voren vier jaar zou blijven, had ik die stap nooit gezet.”

“Werkten jullie ook in dat cultureel centrum?” “Tot dan toe niet. Op het moment dat ik wegging, was het pas net af. Maar in de buurt was een ruimte van onze vriend en daar deden we weleens contact workshops. Contact was een bepaalde vorm van dans. Ik gaf ook les op particuliere scholen en christelijk scholen. Zij wisten niet wat ze meemaakten; ze hadden nog nooit iets met drama gedaan.”

“Ben je van plan om een keer terug te gaan?” “Nou, dat is een grappig verhaal. Ik houd van schrijven en heb bij de volksuniversiteit een driejarige schrijfworkshop gevolgd. Als oefening heb ik geschreven over het afscheid tussen mij en Ricardo. Uiteraard een beetje gedramatiseerd. Dat verhaal had ik ingestuurd voor een verhalenwedstrijd van de Volkskrant. Niks van gehoord, ik had niet gewonnen. Een paar weken later werd ik gebeld door het tv-programma Memories. Ze wilden mijn verhaal gaan verfilmen; of ik terug wilde naar Argentinië met een filmcrew! Als ze het nu 15 jaar later hadden gevraagd, oké, maar anderhalf jaar na dato was te vroeg. Ricardo is trouwens ooit al naar Nederland gekomen met All You Need Is Love, haha! Dat was na mijn buitenlandse stage, toen ik met mijn afstudeervoorstelling bezig was. Vrienden van mij hadden een brief geschreven. Plots ging bij mij de bel, stond Robert Ten Brink op de stoep samen met Ricardo. Dat was een echte tearjerker. Omdat ik weinig tijd had door mijn afstuderen, heb ik hem in mijn afstudeervoorstelling laten spelen! Hij speelde de rol van een jongen die de Nederlandse taal niet sprak. Het was een hele toffe tijd. Daarna is hij terug gegaan naar Argentinië en ben ik hem na mijn studie achterna gereisd.”

“Als ik het zo hoor ben je heel creatief met dingen die op je pad komen. Is dat kenmerkend voor jouw manier van werken?”“Ik heb er eigenlijk nog nooit zo over nagedacht, maar het zou kunnen. Nu alles in wat rustiger vaarwater zit – ik heb een huisje en geef veel les bij Muzerije – hoef ik niet meer in de survivalstand. Ik vind het leuk om me te blijven verdiepen in mijn vak. En om mezelf te blijven ontwikkelen, bijvoorbeeld door middel van een schrijfcursus. Ook al is schrijven niet direct toepasbaar als dramadocent, ik geloof wel dat dingen die mij nu boeien of fascineren uiteindelijk nuttig kunnen zijn. Ik doe inderdaad veel verschillende dingen, maar dat past bij mij. Ik heb ook weleens gedacht: ik moet echt een keuze maken in wat ik doe. Toch hebben de dingen die ik doe allemaal te maken met expressie, opzoek naar innerlijke vrijheid bij mezelf, maar ook bij anderen. Wat dat betreft zal ik altijd blijven zoeken en nooit de rust hebben om één vak uit te oefenen.”

 
> www.straaltheater.nl

Tekst: Ralf van de Wiel
Fotografie: Evita Copier
Meer #ruimdenkers op de projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

Lucas de Waard - Evita Copier - LOW RES

RUIMdenkers & doeners #14: Lucas de Waard

juli 7 ambities, creeren, denbosch, estafette, herkenning, inspireren, interviews, ondernemerschap, portretten, struggles, verbinden, zichtbaarmaken

Het gaat goed met Lucas de Waard (32); theaterschrijver, columnist en prozaïst. Vorig jaar kwam zijn eerste boek uit en onlangs won hij de Musical Award voor Beste Script. Ik ben nieuwsgierig naar hoe dat tot stand is gekomen. En wellicht kan ik, als hobby scenarioschrijver, nog wat van ons gesprek opsteken. “Zo leer je de technieken, door het af te kijken van anderen en je ze eigen te maken. Veel jatten in het begin.”

—

We nemen plaats op het terras van de Verkadefabriek, tegenover de Willem II Fabriek waar Lucas de Waard een werkruimte deelt met een groep creatieve ondernemers. Evita, de fotograaf, is tevens mijn tafeldame bij dit gesprek. Ik hoorde voor het eerst van Lucas, nadat ik de winnende 48hour film They shoot horses (Ruut van der Beele, 2009) had gezien, waarvoor hij samen met Doeko Langhorst, het scenario schreef. Ik was onder de indruk. “Tof, leuk! Ja dat was een grappige samenwerking met Doeko L. de dichter, omdat ik meer in plot en structuur denk en hij bezig is met poëtische zinnetjes en ideetjes. Dat vulde elkaar leuk aan.”

“Is het lastig om samen te schrijven aan hetzelfde product?” “Echt samen schrijven is uniek. Je moet elkaar goed begrijpen, anders gaat het helemaal mis. In de paar samenwerkingsprojecten met andere schrijvers had ik de mazzel dat het goed uitpakte.”

“Ja? Moet je daar geluk mee hebben?” “Nou… Ik denk dat het niet helemaal geluk is. Ik ken schrijvers die elk project met slaande deuren verlaten. En die hebben daar ook een verhaal bij, maar dan denk ik: als je je zevende project ook al met ruzie heb afgesloten, ligt het misschien deels aan jezelf. Volgens mij ben ik wel makkelijk om mee samen te werken. Ik ben niet zo rigide. Als iemand met een goed idee komt, heb ik geen enkele moeite om dat te zien, ook al is het niet mijn idee. En als er tegen mij gezegd zou worden: het maakt niet uit waar je nieuwe boek over gaat, maar er moet een kangoeroe voorbij komen, want die zijn nu heel erg hip. Dan zou ik dat er in kunnen verwerken zonder het gevoel te hebben dat mijn verhaal geweld aan wordt gedaan. Ik ben niet de moeilijkste, dat scheelt.”

“Dat lijkt me inderdaad handig. In zekere zin moet je altijd samenwerken.” “Ja! Zeker als je een film- of theaterscenario schrijft; je levert een halfproduct af. Je moet altijd rekening houden met wat de makers om jou heen en na jou gaan doen. Die zullen beslissingen die jij hebt gemaakt te niet gaan doen, of anders interpreteren. Bedenk je wel: zij zijn niet jouw vijanden, het zijn de mensen waarmee jij samenwerkt.”

“Hoe ging dat bij de theaterproductie Willem Ruis – De show van zijn leven?” “Ik werd via mijn uitgever benaderd met de vraag: heb je twee maanden de tijd om als een gek dat script te schrijven? Ze zaten met de handen in het haar, omdat de vorige schrijver het had teruggegeven; er was nog bijna niks. Ik had toevallig de tijd en ik houd van dat soort uitdagingen; daar krijg ik een kick van. Willem Ruis is een langlopende grote zalenproductie, waar veel geld in wordt gestoken. Daar bestaat geen optie om het te verneuken; er zit veel druk op. Aan de andere kant, je werkt wel met de beste in hun werkveld, dat geeft een veilig gevoel. En daarbij ben ik ingevlogen om het project min of meer te redden, dus als het zou mislukken is het misschien niet eens mijn schuld. Voor mijn gevoel geeft dat een soort van vrijheid, ik sla dan nooit dicht.”

“Evita: En dan win je een Musical Award.” “Dat had ik helemaal niet zien aankomen, ik wist niet eens dat er een Musical Award voor beste script bestond. De nominatie vond ik al totaal krankzinnig, zeker omdat ik per toeval het project ben ingerold. Het was de eerste award die tijdens het gala werd uitgereikt en de rest van de avond heb ik alleen maar zitten grinniken: dit is gewoon idioot. Je moet er natuurlijk niet te hooghartig over doen, want het is wel echt een erkenning. Te gek!”

“Heb je het idee dat je vaker projecten inrolt? Of zet jij als ondernemer meer een strategie uit?” “Ik kijk wat er op mijn pad komt. Ik besef dat het kunnen leven van schrijven uniek is, maar ben daarin ook niet te kieskeurig. Sommige opdrachten beschouw ik als werk en doe ik zo goed mogelijk met de knowhow en tools die ik bezit, maar er zit geen stukje van mijn ziel in. Deze nog steeds wel toffe en vaak goed betaalde projecten maken het mogelijk om een roman te schrijven, waar mijn passie ligt. Als ik 60 procent bezig kan zijn met wat ik echt wil maken, beschouw ik dat als een zegen.”

“Zoals met je debuutroman De Kamers.” “Klopt, dat was al heel lang een droom van me.”

“Wil je uiteindelijk alleen eigen werk maken?” “Dat zou ik fantastisch vinden. Zo kan ik met zeer veel jaloezie naar een Herman Koch kijken. Hij staat om negen uur op, schrijft van tien tot twaalf aan zijn romans, gaat vervolgens lunchen met zijn vrouw, en is daarna vrij om te doen wat hij wilt. Lijkt me te gek!”

“Zit dat voor jou erin?” “Ik ga daar niet op zitten hopen, die kans is vrij klein. Zo’n eerste boek is toch meer je introductie in de literaire wereld. Samen met de uitgeverij doe je wat je kan om je boek te promoten, maar recensies krijgen is heel moeilijk. Tv-optredens zijn haast niet te doen; je moet al succesvol zijn of er moet iets gebeuren waardoor jij in de spotlights komt te staan. Anders kan je het vergeten. Ik probeer gewoon zo goed mogelijk te schrijven. Als mijn boeken geen bestsellers worden, hoor je me daar ook niet over mekkeren.”

Evita: “Dus je bent eigenlijk heel content met waar je nu staat?” “Je wilt altijd meer.”

Evita: “Heb je dan nog concrete doelen voor in de nabije toekomst?” “Dat ik ‘nee’ kan zeggen tegen grote goedbetaalde opdrachten, waar ik eigenlijk geen zin in heb. Komend half jaar ga ik waarschijnlijk aan twee hele toffe theaterprojecten werken, waar ik die financiële armslag ook mee heb. Als dat de nieuwe norm wordt, zou dat me heel blij maken.”

“In 2009 ben je afgestudeerd aan de HKU. En toen?” “Ik had twee dingen die voor mij prettig uitkwamen. Ik was al bezig met een productie voor Festival Boulevard toen ik afstudeerde. Ik kon meteen door, dus had niet dat zwarte-gat-gevoel. En de WWIK bestond nog, daar kwam ik voor in aanmerking kwam, waardoor ik geen bijbaantje heb hoeven nemen.”

“En hoe heb je je netwerk opgebouwd?” “Dat heeft zichzelf een beetje gewezen. Als mensen in het algemeen tevreden over je zijn en jij je opdrachten goed doet, gaan ze vanzelf je naam doorgeven. De beste netwerktactiek is natuurlijk dat jij niet over jezelf praat, maar dat anderen over jou praten. Maar daar is geen pijl op te trekken, want daar ben je zelf niet bij.”

“Maar je bent je er wel bewust van geweest.” “Nou, ik ben vooral bewust bezig om mijn werk zo goed mogelijk te doen. En je probeert er voor te zorgen dat mensen weten wie je bent. Ik ben wel heel bewust van Utrecht naar Den Bosch verhuisd na mijn studie. Dat was een keuze die grotendeels werd ingegeven door het idee dat ik minder concurrentie zou hebben. Hier zit je sneller aan de frontlinie.”

“Is ’s-Hertogenbosch inspirerend genoeg?” “Zeker, al mis ik af en het toe het bruisende van Utrecht. Gelukkig kom ik daar nog vaak; mijn vriendin woont er. Toch ben ik een provinciaaltje: ik heb hier mijn stamkroeg, ik houd van het ‘ons kent ons’. Dat heeft zo zijn charme. Er gebeuren een hoop leuke dingen, zoals in de WIIF of op de tramkade, die het stadser maken, maar dat dorpse karakter behoud je toch.”

“Vind je dat er meer mag gebeuren?” “Den Bosch moet je bruisend proberen te houden door nieuwe initiatieven te starten, maar soms moet je ook constateren: hier is de stad te klein voor of hier is geen behoefte aan. Maar dat gaat volgens mij wel goed. Al verneem ik uit de praktijk dat het een hoop gezeik is om hier iets op poten te krijgen.”

“Heb je wel eens momenten dat je denkt: waar ben ik mee bezig?” “Dat gebeurt zeker. Bijvoorbeeld: drie jaar geleden was mijn geld op en er zat niets nieuws aan te komen. Dat was eventjes eng. Ik was me al aan het oriënteren op horecabaantjes en moest hier en daar wat geld lenen. Toen kreeg ik een contract bij de Geus, dat deed wel veel. En ik ben trouwens veel gaan optreden.”

“Waarom was De Geus geïnteresseerd in jou?” “Da’s een goede vraag. Ik werd toevallig in twee weken door drie verschillende uitgevers benaderd. Op een of andere manier hadden zij lucht gekregen van waar ik mee bezig was, dat ik veel optrad. Misschien omdat ik een periode alles schaamteloos op Facebook heb geflikkerd van wat ik deed. Ik heb met de drie uitgeverijen gepraat en bij De Geus voelde ik me thuis. Dat is belangrijk, het idee is toch dat ze de rest van je leven jouw boeken gaan uitgeven.”

“Ik merk dat het in deze tijd heel belangrijk is dat je overal je gezicht laat zien.” “Als literatuurschrijver moet je zichtbaar zijn. Een groot gedeelte van de oude garde vindt dat maar niks. Mijn generatie bestaat vooral uit schrijvers die dat leuk vinden of het zichzelf maar hebben aangeleerd. Mensen kopen eerder je boek als ze je kop ergens hebben gezien. Je hebt talentvolle jongens en meisjes die niet aan de bak komen omdat ze ook verlegen, bang, autistisch of weet-ik-het-wat zijn. Dan word je meestal niet opgepikt.”

Evita: “Brutaliteit is een voorwaarde.” “Ja, maar verloochen jezelf daar niet in. Verzin een manier die voor jou relaxt is. Het valt op als je je anders voordoet dan dat je bent. Je moet op zoek naar een vorm van zichtbaarheid die ook lekker voelt. Ik heb er uiteindelijk ook heel veel lol uit gehaald. Eigenlijk wilde ik nooit dat podium op, dat vond ik verschrikkelijk. Maar daar heb ik me overheen gezet en toen ik voor het Brabants Dagblad een live column ging doen in de Verkadefabriek. Dat heeft veel voor mij betekend. Als mensen zien dat je bezig bent, dan denken ze: die zal dan ook wel wat kunnen… Dit klinkt als een verschrikkelijke uitspraak uit zo’n management boek: Als je begint met succes uit te stralen dan komt het daadwerkelijke succes vanzelf.”

“Je moet het ook wel kunnen, niet bescheiden zijn.” “Ik denk dat je niet bang moet zijn om voor arrogant versleten te worden. Toen ik 20 was, zei iemand tegen me: goh, je bent eigenlijk helemaal niet zo arrogant. En in de jaren daarna hoorde ik dat steeds vaker, ik dacht: wat krijgen we nou? Er werd mij een soort van zelfverzekerdheid toegedicht, die ik helemaal niet voelde; ik heb dezelfde onzekerheid als iedereen. Toen ben ik een tijd op mijn houding gaan letten, maar nog steeds werd me hetzelfde verweten. Zoek het dan maar uit, dan ben ik maar arrogant, haha. Nee… ben daar niet bang voor, trots mag je best uitdragen.”

“Of je nou arrogantie of iets anders wordt toegedicht, mensen hebben toch wel een mening over je.” Evita: “Of het nu zakelijk of privé is… Omdat je jezelf in de etalage zet.” “Je verkoopt jezelf als een product. Kijk maar naar Facebook, het is geen accurate weergave: het is een veel te tof negatief van wie je bent, haha!”

“Waar haal je je inspiratie vandaan?” “Het is vaak ingegeven door wat er op dat moment moet gebeuren. En als er niets moet gebeuren, kijk ik of ik nog een ideetje heb. Ik ben nu met mijn tweede boek bezig, dat wordt een heel persoonlijk boek zonder dat het autobiografisch is. Het is volstrekt fictief. Er zit bijvoorbeeld een personage in die iemand heeft verloren die heel dichtbij stond. Dat is een verdriet dat ik nog nooit heb meegemaakt, maar ik ken natuurlijk wel andere vormen van verdriet en dat kun je dan ombuigen. Uiteraard gebruik ik veel van wat ik zelf meemaak en wat ik om me heen zie. Soms lees ik een boek of zie ik een film en denk: dit ga ik dit jatten. Daar is niks mis mee. Dan ga ik een manier verzinnen hoe ik het zou doen, het moet toch heel iets anders zijn.”

“Heb je nog meer tips? Bijvoorbeeld bij het schrijven van scenario’s?” “Ga heel veel zien, probeer te duiden wat het met jou doet en vervolgens te achterhalen wat de maker heeft ingezet om dat gevoel bij jou te bewerkstelligen. Eerst nadoen wat jij tof vindt, je eigen stijl kun je altijd nog ontwikkelen. Probeer vooral in het begin niet uniek te zijn.”

…

 
> www.zoalsdewaardis.nl

Tekst: Ralf van de Wiel
Fotografie: Evita Copier
Meer #ruimdenkers op de
projectpagina en het Facebookalbum van RUIM.

  1. 1
  2. 2
  3. 3
RUIM Den Bosch
RUIM is een beweging van jonge ondernemers & frisse cultuurmakers in Den Bosch. Wij verbinden, maken zichtbaar en jagen initiatieven aan. Doe ook mee!
Meest recente berichten
  • RUIMdenkers & doeners #24: Janneke Pieters
  • RUIMdenkers & doeners #23: Maya van As
  • RUIMdenkers & doeners #22: Lysanne van Esch
  • RUIMdenkers & doeners #21: Jan-Geert van Rosmalen
  • RUIMdenkers & doeners #20: Ivo van Dijk
Oudere berichten
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • maart 2014
Categorieën
  • Historie
  • Nieuws
  • Ondernemers
  • RUIM
  • RUIMdenkers & doeners

Spring naar de toolbar
  • Over WordPress
    • WordPress.org
    • Documentatie
    • Ondersteuningsforums
    • Terugkoppeling
  • Inloggen